Elk jaar verandert het fiscale landschap een beetje, maar 2026 brengt opnieuw een flinke set aan aanpassingen mee. De basis blijft hetzelfde: wie meer verdient, betaalt een hoger percentage belasting. Toch verschuiven de grenzen, worden tarieven herrekend en stijgen sommige heffingskortingen licht. En hoewel de overheid het graag mooier verpakt, merken veel mensen pas bij hun eerste loonstrook dat ze óf wat extra overhouden, óf dat het juist pijnlijk tegenvalt. Vooral dat laatste komt in 2026 vaker voor dan je denkt.

In dit uitgebreide overzicht lees je hoe de nieuwe regels precies in elkaar zitten, welke schijven worden verruimd, en vooral: vanaf welk inkomen je in Nederland in 2026 echt genaaid wordt doordat je meer moet afdragen of minder voordeel krijgt.
De nieuwe schijven van 2026: vooral gunstig voor lagere inkomens, minder voor de rest
In 2026 wordt een groter deel van je inkomen belast in de eerste schijf. Dat klinkt positief — en voor een deel van Nederland is dat ook zo. In 2025 liep de eerste schijf tot € 38.441. In 2026 schuift dat op naar € 38.883, een verhoging van € 442.
Over dit deel betaal je 35,70% belasting, een fractie lager dan dit jaar. Dat betekent dat vooral mensen die in loondienst werken met een modaal of lager inkomen net iets meer overhouden.
Maar verdien je meer dan € 38.883 per jaar, dan kom je automatisch deels terecht in de tweede schijf — en dáár gaat het pijn doen.
De tweede schijf krijgt in 2026 een tarief van 37,56%, iets hoger dan in 2025. Bovendien loopt die schijf op tot € 79.137. Dat betekent dat iedereen met een inkomen tussen modaal en iets boven modaal een groter deel kwijt is.
Hier begint het echte probleem
Zodra je boven € 79.137 verdient, zit je in de derde schijf.
Daar geldt het vaste tarief van 49,50%.
En dit is het punt waar veel mensen zich pas realiseren hoe hard die grens binnenkomt:
Verdien je één euro méér dan € 79.137, dan draag je daar bijna 50 cent van af.
Dus:
Vanaf € 38.883 ga je meer betalen dan in 2025.
Vanaf € 79.137 word je extra geraakt: bijna de helft van je extra verdiende inkomen verdwijnt direct naar de Belastingdienst.
Veel ondernemers en werknemers in de hogere schaal merken dit extra hard wanneer hun nieuwe zorgverzekering, stijgende lasten of een nieuw energiecontract ook nog eens duurder uitvallen. De belastingdruk komt dan bovenop al stijgende vaste lasten.

De belastingtarieven voor 2026 in één oogopslag
Schijf 1 (tot € 38.883) – 35,70%
Gunstig voor lagere inkomens. Klein voordeel t.o.v. 2025.
Schijf 2 (€ 38.883 – € 79.137) – 37,56%
Iets hoger tarief: middeninkomens zijn feitelijk de pineut en leveren netto meer in.
Schijf 3 (vanaf € 79.137) – 49,50%
Hier word je écht geraakt, want bijna de helft van elke extra euro gaat op aan belasting.
Deze opbouw laat zien dat vooral middeninkomens – mensen tussen modaal en twee keer modaal – het zwaarst worden getroffen. Niet arm genoeg voor veel kortingen, niet rijk genoeg om fiscaal te optimaliseren.
Heffingskortingen in 2026: een licht voordeel, maar let op de inkomensgrenzen
De belastingdruk wordt niet alleen bepaald door de schijven, maar ook door de heffingskortingen. Deze kortingen zorgen ervoor dat je minder belasting betaalt, maar ze nemen af naarmate je inkomen stijgt. En juist dáár zien veel Nederlanders hun voordeel verdwijnen.
Algemene heffingskorting
Wordt maximaal € 3115
Bouwt snel af bij hogere inkomens
Boven circa € 75.000 heb je er vrijwel niets meer aan
Met andere woorden: hier word je dus extra genaaid wanneer je inkomen stijgt, want je verliest voordeel én betaalt hogere tarieven.
Arbeidskorting
Gaat naar maximaal € 5712
Ontzettend gunstig voor werkenden met lagere of middeninkomens
Maar: na ongeveer € 40.000 inkomen begint de afbouw weer
Ook hier geldt: hoe hoger je inkomen, hoe sneller je korting verdwijnt.
Ouderenkorting, IACK en jonggehandicaptenkorting
Allemaal stijgen ze licht, maar ze blijven afhankelijk van inkomen en situatie. Ouderen met een hoger aanvullend pensioen verliezen snel voordeel.
Wie een combinatie van stijgende pensioenuitkeringen en oplopende zorgkosten heeft, zal merken dat stijgende belasting + dalende korting flink kan bijten.
Wat merk jij in de praktijk?
De meeste Nederlanders zien dit pas bij hun loonstrook in januari, maar de effecten zijn duidelijk:
1. Lage inkomens
✔ Krijgen het meest voordeel
✔ Lagere tarieven
✔ Hogere algemene heffingskorting
✔ Minder belastingdruk
2. Middeninkomens (rond € 40.000 – € 70.000)
❌ De grootste groep verliezers
❌ Hogere tweede schijf
❌ Steeds minder arbeidskorting
❌ Geen toegang tot veel toeslagen
❌ Last van duurdere zorgverzekering & energielasten
3. Inkomens boven € 79.137
❌ De zwaarste belastingdruk
❌ Bijna de helft van elk extra euro gaat weg
❌ Heffingskortingen vrijwel nihil
❌ Vaak ook hogere kosten, zoals hypotheekrente die minder aftrekbaar wordt als je inkomen stijgt
Voor deze groep geldt: je verdient meer, maar je houdt niet meer over.

Meer wijzigingen die vanaf 2026 ingaan
Naast de inkomstenbelasting veranderen ook andere regels, zoals toeslaggrenzen en fiscale aftrekposten. Denk aan mogelijke aanpassingen in huurtoeslag, zorgtoeslag en hypotheekrenteaftrek.
De overheid rekent erop dat de belastingdruk “eerlijker verdeeld” wordt, maar veel huishoudens merken vooral dat stijgende vaste lasten niet worden gecompenseerd door de kleine fiscale voordelen.
En hoewel de nieuwe schijven op papier gunstig lijken, blijkt in de praktijk dat miljoenen Nederlanders minder netto overhouden — zeker als zij een nieuw energiecontract moeten afsluiten, of als hun zorgpremie stijgt, wat vrijwel zeker het geval is.
Wat betekent dit voor jou in 2026?
Je nettosalaris verandert, maar hoeveel precies hangt af van:
Je inkomen vóór 2026
Je eventuele periodieke loonsverhoging
De afbouw van heffingskortingen
De schijf waarin jouw extra inkomen valt
Hogere kosten zoals zorgverzekering, energiecontract en dagelijkse uitgaven
Voor lagere inkomens is 2026 een licht positief jaar. Voor de midden- en hogere inkomens wordt het opnieuw een jaar waarin de belastingdruk stijgt en je netto minder overhoudt dan gehoopt.









