Er zijn van die gerechten die niet alleen je maag vullen, maar ook je ziel verwarmen. Deze klassieke rundergoulash – langzaam gestoofd, diep van smaak en heerlijk kruidig – is daar een perfect voorbeeld van. Het is geen gerecht dat je even snel tussendoor maakt, maar juist een maaltijd waar tijd en liefde in mogen zitten. Want eerlijk is eerlijk: het geheim van een goede goulash zit niet in ingewikkelde technieken, maar in geduld.

Oorspronkelijk afkomstig uit Hongarije, is goulash inmiddels geliefd in keukens over heel Europa. Elke streek heeft zijn eigen variatie, maar dit recept blijft dicht bij de traditionele aanpak, met veel uien, een royale lepel paprikapoeder en rundvlees dat zo zacht wordt dat het uit elkaar valt.
Ingrediënten voor 4–6 personen
1 kg rundergoulash (bij voorkeur sukadelappen of runderschenkel)
800 g uien
4 teentjes knoflook
1 theelepel gemalen karwijzaad (kümmel)
1 eetlepel gedroogde majoraan
4 eetlepels paprikapoeder (zoet)
1 eetlepel azijn (bijv. witte wijnazijn)
1 theelepel tomatenpuree
Zout en versgemalen zwarte peper
Olie of reuzel om in te bakken
Eventueel runderbouillon of water

Bereiding: neem de tijd, en je krijgt er veel voor terug
Voorbereiden:
Pel de uien en snijd ze grof. Snijd het rundvlees in grove, gelijke stukken. Verhit in een ruime pan wat olie of reuzel en bak de uien op laag vuur langzaam bruin – dit duurt zeker 30–40 minuten. Hoe donkerder (maar niet verbrand!), hoe dieper de smaak.Puur uienkracht:
Haal de pan van het vuur en pureer de gebruinde uien met een staafmixer tot een gladde massa. Dit zorgt voor de unieke, fluweelachtige structuur van de saus.Kruiden en aroma’s:
Voeg de fijngehakte knoflook, karwijzaad, majoraan, paprikapoeder, tomatenpuree en azijn toe. Roer goed door en blus af met een klein scheutje water. Laat dit mengsel op laag vuur een halfuur inkoken zodat de smaken zich goed ontwikkelen.Vlees erbij, dan sudderen:
Voeg nu pas het vlees toe. Giet er een beetje bouillon of water bij – net genoeg zodat het vlees níet helemaal onderstaat. Kruid met zout en peper. Laat het geheel nu minstens 2 tot 3 uur op laag vuur sudderen.De perfecte goulash:
Het eindresultaat moet een dikke, donkerbruin-rode saus zijn met een mooie vettige glans bovenop. Het vlees hoort boterzacht te zijn en de smaken krachtig maar rond.

Serveertip en bewaarsuggestie
Serveer deze goulash met gekookte aardappelen, knapperig brood of een romige aardappelpuree. Ook lekker met noedels of spätzle. De smaken worden zelfs nóg beter als je de goulash een dag van tevoren maakt – ideaal om in te vriezen of te bewaren voor later.
Tip: Schrijf dit recept op of sla het ergens op, want de kans is groot dat je het vaker wilt maken.
Smakelijk eten – en vergeet niet te genieten van de geur die langzaam je keuken vult!










