Wie houdt er niet van die goudbruine, krokante aardappelschijfjes die van buiten heerlijk knapperig zijn, maar van binnen nog zacht en luchtig? Toch is het niet altijd makkelijk om dat perfecte resultaat te krijgen. Vaak blijven ze te zacht of worden ze ongelijkmatig gebakken. Met een paar slimme stappen en een onverwachte truc uit de magnetron, tover jij voortaan de perfecte aardappelschijfjes of partjes op tafel.

De gouden voorbereiding
Het geheim van echt krokante aardappelschijfjes begint voor het bakken. En nee, je hebt geen friteuse nodig! Het toverwoord? De magnetron. Prik eerst wat kleine gaatjes in de verpakking van de aardappelschijfjes (of als je ze zelf hebt gesneden, doe ze in een magnetronbestendige schaal met een klein beetje water en dek af). Zet ze vervolgens drie minuten op de hoogste stand in de magnetron.
Waarom dit werkt? De magnetron zorgt ervoor dat de aardappelen alvast deels worden voorgegaard. Hierdoor verdampt een deel van het vocht, wat later in de pan zorgt voor een extra krokante buitenkant. Na deze korte voorbehandeling zijn ze klaar voor het echte werk: bakken tot goud en glorie.

De juiste vetmix: olijfolie én boter
De volgende stap is misschien wel net zo belangrijk. De meeste mensen gebruiken alleen olie of alleen boter, maar de beste combinatie voor smaak én crunch is een mix van beiden. Verhit in een ruime koekenpan een eetlepel olijfolie samen met een klontje boter. De olijfolie voorkomt dat de boter verbrandt, terwijl de boter zorgt voor die rijke, volle smaak.
Wanneer het vet goed heet is (je hoort het licht sissen), voeg je de aardappelschijfjes toe. Zorg dat ze niet te dicht op elkaar liggen — geef ze wat ruimte, anders gaan ze stomen in plaats van bakken.
Kruid slim voor extra smaak
Zodra de schijfjes in de pan liggen, komt het leukste deel: kruiden. Begin met wat zout en peper, maar voeg vooral ook paprikapoeder toe. Dat is het geheime wapen dat niet alleen zorgt voor een mooie, goudrode kleur, maar ook een subtiele, rokerige smaak geeft. Wil je wat extra pit? Voeg dan een snufje knoflookpoeder, tijm of rozemarijn toe.
Draai de schijfjes pas om als de onderkant mooi goudbruin is — te vaak bewegen maakt ze minder krokant. Na ongeveer 8 tot 10 minuten bakken, afhankelijk van de dikte, zijn ze klaar: krokant van buiten, zacht van binnen.

Variaties en extra tips
– Gebruik verse aardappelen: Snijd ze zelf in schijfjes of partjes en laat ze na het snijden even in koud water weken. Hierdoor spoel je overtollig zetmeel weg, wat helpt om ze extra knapperig te krijgen.
– Ovenoptie: Geen zin om te bakken? Verspreid de aardappelschijfjes op een bakplaat, besprenkel met olie en kruiden, en bak ze op 220°C gedurende 25-30 minuten. Halverwege even omdraaien voor een gelijkmatige garing.
– Serveertip: Heerlijk met verse kruiden zoals peterselie of bieslook, en een klodder knoflooksaus, aioli of truffelmayonaise.
De perfecte afsluiting
Met deze simpele stappen maak jij aardappelschijfjes die kunnen concurreren met elk restaurant. De magnetrontruc maakt ze luchtig, de vetmix geeft die onweerstaanbare crunch en de kruiden zorgen voor de finishing touch. Of je ze nu serveert bij een sappige steak, gegrilde kip of gewoon als snack met wat dips – deze krokante aardappelschijfjes stelen gegarandeerd de show.
Kortom: een klein beetje voorbereiding, een snufje paprikapoeder en een slimme kooktruc… meer heb je niet nodig voor het krokantste bijgerecht ooit. Smakelijk eten! 🥔










