Een goede appeltaart is altijd een succes, maar deze variant met een zachte, luchtige crème is een echte blikvanger. De combinatie van een krokante bodem, romige soufflévulling en sappige appels zorgt voor een verfijnde smaak die bij iedereen in de smaak valt. Het is een dessert dat er indrukwekkend uitziet, maar verrassend eenvoudig te maken is. Perfect voor een feest, een zondagmiddag met familie of gewoon als traktatie bij de koffie.

De magie van eenvoud
Wat deze appeltaart bijzonder maakt, is het contrast tussen de verschillende lagen: een stevige, knapperige bodem, friszoete appels met een vleugje kaneel en daarboven een zachte, luchtige crème die bij elke hap wegsmelt. De geur die tijdens het bakken uit de oven komt – een mix van boter, vanille en warme appels – maakt het bijna onmogelijk om te wachten tot de taart klaar is.
Ingrediënten (voor een taart van 24 cm)
Voor de bodem:
250 g bloem
125 g koude boter
80 g suiker
1 ei
1 theelepel vanille-extract
Snufje zout

Voor de vulling:
3 middelgrote appels (bijv. Elstar of Jonagold), in dunne plakjes
2 eetlepels suiker
1 theelepel kaneel
1 eetlepel citroensap
Voor de crème:
250 ml melk
2 eidooiers
50 g suiker
1 eetlepel maïzena
1 theelepel vanille-extract
50 g boter
2 eiwitten, stijfgeklopt

Bereiding
1. De bodem:
Meng bloem, suiker en zout in een kom. Voeg de boter toe en wrijf met je vingers tot kruimels ontstaan. Voeg het ei en vanille-extract toe en kneed tot een soepel deeg. Wikkel in folie en laat het 30 minuten rusten in de koelkast.
2. De appels:
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in dunne plakjes. Meng met suiker, kaneel en citroensap en zet apart.
3. De crème:
Verwarm de melk in een pan tot net onder het kookpunt. Klop ondertussen de eidooiers met suiker en maïzena los in een kom. Giet de warme melk erbij terwijl je blijft roeren. Breng het mengsel terug in de pan en kook het op laag vuur tot het indikt. Haal van het vuur, voeg boter en vanille toe en laat afkoelen. Spatel daarna voorzichtig de stijfgeklopte eiwitten door de afgekoelde crème – dit zorgt voor de luchtige souffléstructuur.
4. De taart samenstellen:
Verwarm de oven voor op 180°C. Rol het deeg uit en bekleed een ingevette taartvorm. Verdeel de appelplakjes over de bodem en giet de crème er gelijkmatig overheen.
5. Bakken:
Bak de taart 35 tot 40 minuten, tot de bovenkant goudbruin is en de vulling licht opbolt. Laat iets afkoelen – tijdens het afkoelen zakt de soufflé licht in, wat de vulling juist romig maakt.
6. Serveren:
Bestrooi de taart vlak voor het serveren met wat poedersuiker. Serveer lauwwarm met een bolletje vanille-ijs of koud met een toef slagroom.

Bewaren en variëren
De taart blijft drie dagen goed in de koelkast, afgedekt met folie. Verwarm eventueel kort in de oven om de soufflé weer zacht te maken.
Variatietips:
Voeg gehakte walnoten of amandelen toe voor extra crunch.
Meng rozijnen door de appelvulling voor een klassieke smaak.
Besprenkel de bovenkant met karamelsaus voor een luxueus tintje.
Een taart om te onthouden
Deze appeltaart met luchtige crème is een heerlijke combinatie van eenvoud en elegantie. De smaken zijn vertrouwd, maar de zachte textuur van de soufflévulling geeft het geheel iets bijzonders. Of je nu indruk wilt maken op gasten of gewoon zin hebt in iets bijzonders: dit recept is altijd een succes.
Een knapperige bodem, geurige appels en een vederlichte crème – pure verwennerij in elke hap.










