Dementie is een hersenaandoening die steeds meer voorkomt in Nederland en een grote impact heeft op zowel patiënten als hun naasten. Op dit moment leven naar schatting zo’n 310.000 mensen met dementie, en dat aantal zal de komende decennia verder oplopen door de vergrijzing. Vaak denken mensen bij dementie direct aan vergeetachtigheid of moeite met spreken, maar de ziekte kondigt zich lang niet altijd zo duidelijk aan. Nieuwe inzichten laten zien dat subtiele gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen al jaren eerder een belangrijk waarschuwingssignaal kunnen zijn.

Onderzoekers wijzen erop dat deze vroege signalen regelmatig over het hoofd worden gezien, omdat ze niet direct worden gekoppeld aan een hersenaandoening. Veranderingen in stemming of gedrag worden al snel afgedaan als stress, een moeilijke levensfase of ‘gewoon ouder worden’. Toch blijkt uit recent wetenschappelijk onderzoek dat juist deze signalen een belangrijke voorspeller kunnen zijn voor het ontwikkelen van dementie op latere leeftijd.
Opvallende link tussen depressieve klachten en dementie
Wetenschappers van University College Londen (UCL) hebben jarenlang onderzoek gedaan naar de relatie tussen depressieve symptomen op middelbare leeftijd en het risico op dementie. Uit hun studie blijkt dat mensen die rond hun vijftigste levensjaar specifieke depressieve klachten ervaren, later in hun leven aanzienlijk meer kans hebben om dementie te ontwikkelen. In sommige gevallen liep dat risico zelfs op tot vijftig procent hoger dan bij mensen zonder deze klachten.
Voor het onderzoek werden ruim vijfduizend volwassenen gedurende meer dan twintig jaar gevolgd. De deelnemers waren bij aanvang tussen de 45 en 69 jaar oud, met een gemiddelde leeftijd van 55 jaar. Gedurende de onderzoeksperiode kregen zij regelmatig uitgebreide vragenlijsten over hun mentale gezondheid, waarbij dertig veelvoorkomende symptomen van depressie werden onderzocht. Tijdens een lange follow-up van 23 jaar ontwikkelden uiteindelijk 586 deelnemers dementie.
Zes persoonlijkheidsveranderingen als alarmsignaal
Wat dit onderzoek bijzonder maakt, is dat de wetenschappers niet keken naar depressie als geheel, maar naar specifieke klachten en gedragsveranderingen. Daaruit kwamen zes opvallende signalen naar voren die sterk samenhangen met een verhoogd risico op dementie:
Toenemende angst – Mensen voelen zich vaker nerveus, gespannen of onrustig zonder duidelijke aanleiding.
Concentratieproblemen – Moeite met focussen, taken afmaken of het volgen van gesprekken.
Problemen vermijden – Het niet meer onder ogen durven zien van uitdagingen of verantwoordelijkheden.
Gebrek aan warmte of genegenheid – Minder empathie tonen en emotioneel afstandelijker worden.
Verlies van zelfvertrouwen – Twijfelen aan eigen kunnen en sneller onzeker zijn.
Ontevredenheid over dagelijkse taken – Het gevoel hebben dat eenvoudige handelingen niet meer goed lukken.
Deelnemers die vijf of meer van deze zes signalen rapporteerden, bleken een duidelijk verhoogd risico te hebben op het ontwikkelen van dementie. Vergeleken met mensen zonder deze klachten lag dat risico gemiddeld 27 procent hoger.

Zelfvertrouwen blijkt cruciale factor
Een van de meest opvallende bevindingen uit het onderzoek is de rol van zelfvertrouwen. Mensen die aangaven hun zelfvertrouwen op middelbare leeftijd te hebben verloren, hadden maar liefst 51 procent meer kans om later dementie te krijgen. Ook het vermijden van problemen bleek een sterke voorspeller: wie moeite had om problemen onder ogen te zien, liep 49 procent meer risico.
Andere signalen lieten eveneens een duidelijke samenhang zien. Een gebrek aan warmte of genegenheid voor anderen ging gepaard met een 44 procent hoger risico, terwijl aanhoudende nervositeit en spanning het risico met ongeveer een derde verhoogden. Ook concentratieproblemen en ontevredenheid over dagelijkse taken bleken belangrijke indicatoren, met respectievelijk 29 en 33 procent meer kans op dementie op latere leeftijd.
Waarom deze signalen zo belangrijk zijn
Al langer is bekend dat depressie vaak voorkomt bij mensen die al dementie hebben. Dit onderzoek laat echter zien dat bepaalde psychische klachten al tientallen jaren vóór de diagnose kunnen optreden. Dat maakt deze bevindingen bijzonder waardevol, omdat ze nieuwe mogelijkheden bieden voor vroegtijdige herkenning en preventie.
Volgens de onderzoekers is het niet zo dat iedereen met deze klachten automatisch dementie krijgt. Wel wijzen de resultaten erop dat deze signalen serieus genomen moeten worden, vooral als ze langdurig aanhouden en in combinatie voorkomen. Het gaat om patronen die mogelijk iets zeggen over veranderingen in de hersenen die al vroeg beginnen.
Vroeg ingrijpen kan verschil maken
Hoewel dementie nog altijd niet te genezen is, benadrukken experts dat vroeg ingrijpen wel degelijk zinvol kan zijn. Door mensen met een verhoogd risico eerder in beeld te krijgen, kunnen artsen en zorgverleners leefstijlaanpassingen adviseren die mogelijk helpen om het ziekteproces te vertragen. Denk aan voldoende beweging, een gezond voedingspatroon, mentale stimulatie en het verminderen van stress.
Ook het behandelen van depressieve klachten zelf kan belangrijk zijn. Psychologische ondersteuning, therapie of medicatie kan niet alleen de kwaliteit van leven verbeteren, maar mogelijk ook bijdragen aan het beschermen van de hersenen op lange termijn. Daarnaast kunnen sociale contacten en emotionele ondersteuning een beschermende rol spelen.

Aandacht voor mentale gezondheid op middelbare leeftijd
De onderzoekers hopen dat hun bevindingen leiden tot meer aandacht voor mentale gezondheid bij mensen van middelbare leeftijd. Vaak ligt de focus op fysieke klachten, terwijl subtiele veranderingen in gedrag en persoonlijkheid minstens zo belangrijk kunnen zijn. Huisartsen en andere zorgverleners zouden deze signalen vaker kunnen meenemen in hun beoordeling, zeker bij patiënten met langdurige of terugkerende depressieve klachten.
Zoals de onderzoekers zelf aangeven: het risico op dementie lijkt niet zozeer samen te hangen met depressie in het algemeen, maar met een specifieke combinatie van symptomen. Door op dit niveau te kijken, ontstaat een veel scherper beeld van wie mogelijk kwetsbaarder is, soms al tientallen jaren voordat dementie zich openbaart.
Bewustwording als eerste stap
Voor veel mensen kan deze informatie confronterend zijn, maar het biedt ook kansen. Bewustwording is een belangrijke eerste stap. Door veranderingen in gedrag en stemming serieus te nemen en tijdig hulp te zoeken, kunnen mensen mogelijk invloed uitoefenen op hun toekomstige gezondheid.
Dementie blijft een ingrijpende ziekte, maar onderzoek zoals dit laat zien dat de weg ernaartoe vaak al vroeg signalen afgeeft. Door beter te luisteren naar deze signalen — bij onszelf en bij anderen — kunnen we misschien niet alles voorkomen, maar wel eerder handelen en beter voorbereid zijn op wat komt.










