Voor veel mensen is een tuin een plek om tot rust te komen, een eigen stukje buiten waar je zelf kunt bepalen hoe het eruitziet. Zo ook voor Astrid, 61 jaar, die al jaren met liefde haar bloemen voeden, de vijver onderhouden en geniet van lange avonden op haar terras. Maar de laatste seizoenen is dat idyllische gevoel steeds verder naar de achtergrond verdwenen. Niet door iets wat zij zélf doet, maar door de enorme boom van haar buren, die ieder najaar haar tuin verandert in een zee van bladeren.

Wat begint met een paar dwarrelende bladeren in september, verandert al snel in een dagelijkse uitdaging. De boom is namelijk zo groot geworden dat hij inmiddels meters over Astrids erf hangt. En met elke windvlaag komen er nieuwe ladingen bladeren naar beneden. Over haar gazon, tussen de planten, op het terras en zelfs in de vijver. Het blad drijft daar op het water, verstopt het pompje en vraagt om nog meer werk dan de tuin normaal al kost. “Het lijkt soms net alsof er een bos boven mijn tuin hangt,” verzucht ze weleens.
Een tuin die nooit meer af is
Voorheen was tuinieren iets rustgevends. Nu voelt het soms als een verplicht nummer. Elke ochtend staat Astrid met de bezem in haar hand. Ze veegt, schept en vist bladeren uit de vijver, maar binnen een uurtje is alles weer hetzelfde. Als het hard waait, is het helemaal dweilen met de kraan open. Dan kan ze soms drie keer op een dag vegen, zonder dat het zichtbaar verschil maakt.
Het is niet zo dat Astrid iets tegen bomen heeft—integendeel. Ze waardeert groen en weet hoe belangrijk het is om de natuur zijn gang te laten gaan. Maar een beetje balans mag er wel zijn. En juist dát lijkt ze niet te krijgen.
Een vriendelijk verzoek dat niets oplost
Natuurlijk heeft Astrid de situatie al eens met haar buren besproken. Niet één keer, maar meerdere keren, en altijd keurig op een rustige toon. Haar vraag was simpel: of ze de boom iets zouden willen snoeien, al was het maar om de overhangende takken wat in te perken. Maar telkens stuit ze op hetzelfde antwoord: het hoort bij de herfst, bladeren vallen nu eenmaal, en bovendien—“Het is toch een prachtige boom?”
Alsof het daardoor minder overlast zou geven.
“Het is inderdaad een mooie boom,” geeft Astrid toe. “Maar ik krijg er alle rommel gratis bij.” Haar buren lijken zich niet echt verantwoordelijk te voelen voor wat de boom veroorzaakt op haar erf. Voor hen is het gewoon natuur; voor haar is het dagelijks werk.
De emotionele belasting
Na weken van frustratie begint het haar zwaarder te vallen dan ze had verwacht. Ze wil gewoon genieten van haar eigen tuin, zonder het gevoel te hebben dat ze achter de feiten aanloopt. Wat ooit haar veilige, fijne plek was, voelt nu soms eerder als een klusproject dat nooit klaar is.
En steeds vaker vraagt ze zich af: moet ik dit blijven accepteren?
Ze overweegt of ze misschien een melding kan doen bij de gemeente of advies moet vragen over mediation. Tegelijkertijd is er de angst dat dit de relatie met haar buren beschadigt. En een burenruzie, dat is het laatste wat ze wil. Een nare sfeer in de straat kan jaren aan je knagen.

“Maar hoe lang moet ik blijven oplossen wat niet míjn verantwoordelijkheid is?” vraagt ze zich af. Ze merkt dat het haar energie kost, dat het haar plezier in de tuin wegneemt en dat ze er dagelijks mee bezig is. Het steekt haar dat haar buren geen stap zetten om mee te denken.
De zoektocht naar een middenweg
Toch ziet Astrid in dat er misschien manieren zijn om het gesprek opnieuw te openen. Misschien beseffen haar buren simpelweg niet hoe groot de overlast is. Misschien helpt het als ze eens komen kijken, of zelfs een keer helpen met opruimen. Het zou hen kunnen laten zien hoeveel werk die ene boom eigenlijk veroorzaakt.
Ze overweegt ook praktische oplossingen: een bladscherm tegen de schutting, een net over de vijver in de herfst, of een afspraak dat de buren minstens één keer per jaar de boom laten snoeien. Allemaal maatregelen die zouden kunnen helpen — maar het vereist wel goede wil van de andere kant.
Hoop op verbetering
Astrid hoopt dat er een moment komt waarop er wél wederzijds begrip is. Waarin haar buren inzien dat het niet gaat om muggenziften, maar om leefbaarheid. Want ook al hoort blad bij de herfst, het moet niet zo worden dat één tuin alle last draagt van een boom die al lang te groot is voor de kleine achtertuinen in de wijk.

Tot die tijd blijft ze, tegen beter weten in, elke paar dagen haar ronde doen. Bezem in de hand, schepnetje bij de vijver. Soms moppert ze even, soms zucht ze diep, maar meestal probeert ze er het beste van te maken. Want ondanks alles blijft ze van haar tuin houden.
En ergens, heel ergens, hoopt ze dat het gesprek dat ze nog één keer zal proberen wél iets zal opleveren. Een beetje begrip, een beetje hulp, een beetje snoeiwerk. Zodat ze straks weer kan genieten van haar tuin, zonder dat de natuur van de buren haar dagelijks overspoelt.










