Goed nieuws voor werknemers in Nederland: volgend jaar gaat het nettoloon omhoog. Dit betekent dat je per maand iets meer geld op je rekening zult zien, doordat enkele belastingmaatregelen en indexaties voordelig uitpakken. Voor een werknemer met een modaal brutosalaris van 3.704 euro per maand betekent dit een extra 26 euro netto vanaf januari 2026. Het lijkt misschien een bescheiden bedrag, maar voor veel mensen kan dit net het verschil maken tussen krap bij kas zitten of wat extra ruimte in het budget hebben.

Hr- en salarisdienstverlener ADP heeft de cijfers berekend en laat zien hoe de veranderingen precies uitpakken. Ook andere aspecten van je inkomen en uitgaven veranderen volgend jaar, zoals het pensioen en bepaalde belastingen. Het overzicht dat Metro heeft gemaakt, helpt je te begrijpen wat je kunt verwachten.
Vooral minimumloon- en modaalverdieners profiteren
Wie het minimumloon ontvangt, ziet de grootste stijging. ADP legt uit dat dit vooral komt door de indexatie van het bruto-minimumloon die per 1 januari 2026 ingaat. Werknemers met een volledige werkweek van 40 uur ontvangen daardoor 51 euro extra per maand. Voor mensen met een modaal salaris van 3.704 euro bruto per maand komt er, zoals gezegd, 26 euro bij.
Het effect op het nettoloon wordt voor een groot deel bepaald door de belastingtarieven in de eerste en tweede schijf. In 2026 gaat het belastingpercentage in de eerste schijf iets omlaag. Tegelijkertijd wordt de grens van deze schijf verhoogd van 38.441 euro naar 38.883 euro. In de tweede schijf stijgt het belastingtarief iets, maar ook hier gaat de grens omhoog, met 1.609 euro.
Karin Stam, expert op het gebied van wet- en regelgeving bij ADP, licht toe: “Door deze aanpassingen betaal je in 2026 iets meer belasting over het deel van je inkomen boven 38.883 euro, maar het duurt daardoor langer voordat je in de derde schijf valt met het toptarief van 49,50 procent.” Kortom: de belastingdruk verschuift, maar veel werknemers profiteren netto van een hoger inkomen.
Wat betekent dit voor verschillende inkomensgroepen?
Voor werknemers die twee keer modaal verdienen (7.407 euro bruto per maand) levert dit in 2026 een extra 37 euro netto per maand op. Bij een inkomen van drie keer modaal is het netto voordeel kleiner: ongeveer 16 euro per maand. Het lijkt misschien weinig, maar het is een positief signaal in een tijd waarin veel huishoudens te maken hebben met stijgende vaste lasten en inflatie.
Werknemers met een bruto-inkomen tussen de 1.000 en 2.000 euro, zoals deeltijdwerkers en jongeren met het minimumjeugdloon, gingen er dit jaar nog op achteruit. Dit zou in 2026 aanvankelijk worden doorgezet volgens de Prinsjesdagplannen, maar door een correctie gaan zij er volgend jaar toch iets op vooruit. Desondanks blijven hun netto-inkomens lager dan in 2024, wat betekent dat deze groep nog steeds beperkt profiteert van de maatregelen.

Meer ruimte voor gepensioneerden
Niet alleen werkenden profiteren: ook gepensioneerden krijgen in 2026 iets meer te besteden. Dit komt deels door een daling van de premie voor de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) en deels door de lichte verlaging van het belastingpercentage in de eerste schijf. Het resultaat is dat gepensioneerden per maand iets meer pensioen ontvangen, waardoor hun koopkracht net iets beter wordt.
Deze verhoging is wellicht bescheiden, maar kan voor gepensioneerden een verschil maken bij het afdekken van dagelijkse uitgaven zoals boodschappen of energie. Bovendien helpt het bij het behouden van een zekere financiële stabiliteit, juist in een periode waarin de prijzen in andere sectoren stijgen.
Invloed van belastingmaatregelen
De veranderingen in 2026 zijn niet los te zien van het bredere fiscale beleid. De overheid past jaarlijks de belastingtarieven en schijfgrenzen aan, deels om rekening te houden met inflatie en deels om inkomensgroepen te ondersteunen. In dit geval profiteren vooral de lagere en middeninkomens, terwijl hogere inkomens relatief minder voordeel ervaren.
Een ander belangrijk aspect is de verschuiving van de belastingdruk tussen de schijven. Door het verhogen van de grens van de eerste en tweede schijf en het aanpassen van de tarieven, wordt het moment waarop je in het hoogste tarief valt uitgesteld. Dit betekent dat je netto langer profiteert van lagere belastingpercentages over een groter deel van je inkomen.
Praktische gevolgen voor huishoudens
Voor veel huishoudens betekent dit dat er maandelijks wat extra geld beschikbaar is. Dat kan gebruikt worden om schulden af te lossen, te sparen, of simpelweg om iets extra’s te kopen zonder direct in de rode cijfers te belanden. Voor werknemers met modaal inkomen gaat het om een bescheiden maar welkome verhoging van het besteedbare inkomen.
Daarnaast hebben gezinnen en alleenstaanden baat bij de bredere belastingmaatregelen die de eerste schijf beïnvloeden. Omdat het voordeel vooral in de lagere inkomens ligt, kan dit bijdragen aan een lichte verbetering van de koopkracht bij gezinnen die in 2025 nog krap bij kas zaten.
Extra factoren die het nettoloon beïnvloeden
Naast de belastingmaatregelen zijn er andere factoren die het nettoloon kunnen beïnvloeden. Denk aan de hoogte van de pensioenpremies, zorgverzekeringspremies en eventuele inhoudingen voor werknemersverzekeringen. Kleine veranderingen hierin kunnen een merkbaar effect hebben op het bedrag dat uiteindelijk op je rekening wordt gestort.
Voor sommige werknemers kan het zinvol zijn om een overzicht van hun bruto- en nettoloon te maken, zodat duidelijk wordt wat er verandert in 2026. Ook kan het helpen bij het plannen van uitgaven of het aanpassen van het maandelijkse budget.

Wat te doen met het extra geld?
Hoewel het extra nettoloon per maand bescheiden lijkt, kan het op jaarbasis oplopen tot enkele honderden euro’s. Dat biedt mogelijkheden om het geld slim te besteden:
Sparen: een buffer opbouwen voor onverwachte uitgaven of een vakantie.
Investeren: bijvoorbeeld in een pensioen- of beleggingsfonds om later van te profiteren.
Afbetalen van schulden: het extra geld kan helpen bij het sneller aflossen van leningen of creditcardschulden.
Dagelijkse uitgaven: een klein bedrag extra per maand kan het verschil maken bij boodschappen, vervoer of energiekosten.
Door bewust om te gaan met deze extra middelen, kunnen huishoudens hun financiële situatie verder verbeteren.
Het nettoloon gaat in 2026 voor veel Nederlanders omhoog. Met name minimumloon- en modaalverdieners profiteren, terwijl hogere inkomens relatief minder extra overhouden. Ook gepensioneerden zien een lichte verbetering door lagere premies en een kleine belastingverlaging.
De combinatie van indexatie, belastingaanpassingen en APV-correcties betekent dat veel mensen volgend jaar een beetje extra financiële ruimte krijgen. Hoewel het om kleine bedragen per maand gaat, kan dit op jaarbasis een merkbare impact hebben. Door verstandig met deze extra middelen om te gaan, kunnen huishoudens hun koopkracht verbeteren en meer zekerheid creëren voor de toekomst.
Kortom, 2026 brengt voor veel Nederlanders iets meer ademruimte in de portemonnee, en dat is een welkome verandering in tijden van stijgende kosten en inflatie.










