Er was een tijd dat je zonder nadenken een cafetaria binnenliep, “doe maar een kroket” zei en pas bij het aannemen van het muntgeld besefte dat je eigenlijk iets had afgerekend. De rundvleeskroket was goedkoop, vertrouwd en vanzelfsprekend. Een snack zonder financiële consequenties. Maar die tijd lijkt definitief voorbij. In 2025 is de gewone rundvleeskroket veranderd van volksheld in luxeproduct. Niet omdat hij beter is geworden, maar omdat de prijs volledig is ontspoord.

Wie vandaag de dag een cafetaria binnenstapt en op het prijslijstje kijkt, krijgt een kleine identiteitscrisis. Drie euro voor een kroket. Soms zelfs meer. En dan hebben we het niet over een bijzondere, ambachtelijke of exclusieve variant. Nee, gewoon een normale rundvleeskroket, zoals we die al decennia kennen. Het roept één simpele vraag op: hoe zijn we hier beland?
2015: toen een kroket nog gewoon een kroket was
Laten we teruggaan naar 2015, tien jaar geleden. De wereld draaide anders. Inflatie was geen dagelijks gespreksonderwerp en een snack halen voelde niet als een financiële afweging. In de meeste cafetaria’s kostte een rundvleeskroket toen tussen de €1,00 en €1,50, met een gemiddelde prijs van €1,25.
Voor dat bedrag kreeg je precies wat je verwachtte: een knapperige buitenkant, zachte ragout en een klodder mosterd als je daarom vroeg. Niemand keek op van de prijs. Twee kroketten bestellen was normaal. Soms zelfs drie. Het was betaalbaar comfortfood, diep verankerd in de Nederlandse eetcultuur.
Als iemand toen had gezegd dat diezelfde kroket tien jaar later richting de drie euro zou gaan, was dat idee weggewuifd als absurd. Een kroket hoorde simpelweg niet duur te zijn. Punt.
2020: de eerste echte schrik
Vijf jaar later, in 2020, begon het te wringen. De prijzen waren duidelijk gestegen en een rondje snackbar voelde ineens iets minder vrijblijvend. De gemiddelde prijs van een rundvleeskroket lag toen rond de €1,95. Nog net onder de psychologische grens van twee euro, maar dichtbij genoeg om irritatie op te roepen.

Dit was het moment waarop mensen begonnen te mopperen. “Bijna twee euro voor een kroket, hè.” Maar het bleef bij gemopper. Want ach, alles werd duurder. Energie, huur, personeel. We slikten het, betaalden en gingen door. Toch veranderde er iets fundamenteels: de kroket verloor zijn status als écht goedkoop tussendoortje.
Waar je in 2015 zonder nadenken meerdere kroketten bestelde, begon je in 2020 al te twijfelen. Misschien toch maar eentje. Een kleine mentale drempel, maar wel een belangrijke.
2025: drie euro voor iets wat ooit klein geld was
En dan zijn we aangekomen in 2025. Het jaar waarin de rundvleeskroket definitief zijn onschuld verloor. De gemiddelde prijs ligt inmiddels rond de €3,00. In sommige cafetaria’s iets daaronder, in andere daar ruim boven. Maar drie euro is geen uitzondering meer – het is de norm.
Dat betekent dat de prijs in tien jaar tijd meer dan verdubbeld is. Van gemiddeld €1,25 in 2015 naar gemiddeld €3,00 in 2025. Dat is geen lichte stijging, geen nuance, geen afrondingsverschil. Dat is een harde, confronterende realiteit.
En het wringt des te meer omdat het product zelf nauwelijks veranderd is. De kroket is niet groter geworden. Niet rijker gevuld. Niet ineens exclusief. Het is nog steeds dezelfde kroket, alleen met een prijskaartje dat voelt alsof hij per gram wordt afgerekend als edelmetaal.
De rekensom die pijn doet
Zet de cijfers eens op een rij:
2015: €1,00 – €1,50 (gemiddeld €1,25)
2020: €1,95
2025: gemiddeld €3,00
Dat betekent:
+56% stijging tussen 2015 en 2020
+54% stijging tussen 2020 en 2025
Meer dan 140% stijging in tien jaar tijd
Probeer dat maar eens te rijmen met loonstijgingen of koopkracht. Voor veel mensen voelt het alsof de kroket sneller in prijs stijgt dan hun salaris. En dat maakt het niet alleen duurder, maar ook irritanter.
Het moment aan de kassa
Misschien is het meest schrijnende moment wel dat aan de kassa. Je bestelt gedachteloos “een kroketje”, hoort het bedrag en moet het even verwerken. Drie euro. Voor iets dat je brein nog steeds classificeert als goedkoop. Dat moment van cognitieve dissonantie is tekenend voor hoe scheef het voelt.
Voor gezinnen wordt het helemaal pijnlijk. Vier kroketten kosten ineens twaalf euro. Zonder friet, zonder drinken. Wat vroeger een spontane, betaalbare traktatie was, is nu een kleine uitgave waarover wordt nagedacht.

De kroket als slachtoffer van zijn eigen eenvoud
Natuurlijk zijn er verklaringen. Duurdere grondstoffen, hogere lonen, stijgende energieprijzen, huurkosten, inflatie. Alles klopt. Maar toch voelt het disproportioneel. Juist omdat de kroket altijd symbool stond voor eenvoud en betaalbaarheid.
De prijsstijging raakt niet alleen de portemonnee, maar ook de cultuur. De kroket hoort laagdrempelig te zijn. Toegankelijk. Voor iedereen. En precies dat karakter staat onder druk.
Het is gewoon te gek voor woorden
Laten we eerlijk zijn: drie euro voor een normale rundvleeskroket is belachelijk. Niet omdat cafetariahouders kwaad willen, maar omdat de prijsstijging elk gevoel voor proportie is kwijtgeraakt. Wat ooit €1,25 kostte, is in tien jaar tijd veranderd in een luxe-uitgave.
De rundvleeskroket was ooit klein geluk voor een klein bedrag. In 2025 is het een dure herinnering aan hoe normaal goedkoop eten ooit was. En als we niet oppassen, kijken we over een paar jaar nostalgisch terug op deze tijd en zeggen we: “Weet je nog, toen een kroket nog maar drie euro kostte?”
Die gedachte alleen al is bijna net zo moeilijk te verteren als de prijs zelf.










