De voorgenomen verhoging van het btw-tarief op hotelovernachtingen en vakantieparken houdt de gemoederen flink bezig. Waar het kabinet vanaf 2026 rekent op een extra opbrengst van ruim 1,2 miljard euro, laten nieuwe analyses zien dat dit optimisme onterecht lijkt. Onderzoek van onder meer ABN AMRO en berichtgeving in De Telegraaf schetsen een zorgwekkend beeld: niet alleen zal de maatregel de toeristische sector schaden, ook de algehele economie dreigt geraakt te worden.

Minder inkomsten dan gehoopt
De regering wil het btw-tarief op logies verhogen van 9 naar 21 procent, met het idee dat dit honderden miljoenen extra in de staatskas brengt. Volgens de berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt echter maar een beperkt deel van de hotelomzet geraakt door de maatregel – slechts ongeveer 35 procent. Daardoor zou de opbrengst in werkelijkheid niet verder reiken dan 285 miljoen euro, fors minder dan de begrote 910 miljoen.
Daarbovenop komt nog een ander probleem: door de hogere prijzen zullen veel hotels en vakantieparken verliesgevend worden. Dat betekent dat de overheid mogelijk 250 miljoen euro minder winstbelasting ontvangt. Het beoogde financiële voordeel kan dus in rook opgaan, terwijl de sector verder verzwakt.

Toerisme in de knel
De impact reikt verder dan alleen hotels. Volgens toerisme-econoom Stef Driessen (ABN AMRO) kan maar liefst één op de drie buitenlandse toeristen, vooral uit Duitsland en België, besluiten Nederland te mijden. De hogere prijzen maken ons land minder aantrekkelijk, zeker vergeleken met buurlanden waar het btw-tarief op logies slechts 6 procent bedraagt.
Ook Nederlandse reizigers kiezen volgens de voorspellingen vaker voor een vakantie over de grens. Dit alles zou leiden tot 511 miljoen euro aan gemiste btw-inkomsten, bovenop de economische schade die optreedt als toeristen wegblijven. Lokale horeca, winkels, musea en attracties merken dat direct in hun omzet, en zelfs boeren en leveranciers van streekproducten zien minder afzet.
Dreigende klap voor werkgelegenheid
De gevolgen van een dalende bezettingsgraad zijn groot. Minder gasten betekent minder werk voor schoonmakers, receptiemedewerkers, keukenpersoneel en onderhoudsploegen. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) waarschuwt voor een daling van het aantal overnachtingen tot wel 30 procent. Daarmee zou een belangrijk deel van de 100.000 banen in de toerismesector op het spel komen te staan.

In grensregio’s als Limburg, Zeeland en Gelderland voelen gemeenten de klap dubbel. Niet alleen lopen zij inkomsten uit toeristenbelasting mis, ook daalt de waarde van hotels en vakantieparken. Dat raakt investeerders, maar ook lokale overheden die juist inzetten op duurzaam toerisme als motor voor groei.
Toenemende kritiek
Brancheorganisaties, banken en vakbonden trekken daarom aan de bel in Den Haag. “Nederland dreigt onbetaalbaar te worden als vakantieland,” aldus KHN in een verklaring. De timing van de verhoging, midden in een periode van hoge energiekosten en looninflatie, wordt door velen als onverantwoord gezien.

Waar het kabinet rekent op extra inkomsten, lijkt de realiteit dat juist banen, bedrijven en belastinggeld verdwijnen. De conclusie van ABN AMRO is dan ook helder: de maatregel brengt meer schade toe dan dat zij oplevert.
Samenvattend
Wat begon als een begrotingsmaatregel, dreigt uit te draaien op een economisch risico voor de hele toeristische keten. De hogere btw-tarieven maken Nederland duurder, minder concurrerend en kwetsbaarder. En terwijl de overheid op papier winst boekt, kan de praktijk weleens uitmonden in het tegenovergestelde: minder toeristen, minder banen en minder belastingopbrengsten.










