Wanneer mensen het hebben over agressieve hondenrassen, duikt meestal hetzelfde rijtje op: Pitbulls, Rottweilers, Staffordshire-terriërs of andere gespierde honden met een krachtig voorkomen. Ze worden vaak gezien als intimiderend, onvoorspelbaar of zelfs gevaarlijk.

Maar recent wetenschappelijk onderzoek zet dit hardnekkige beeld volledig op zijn kop. De werkelijke oorzaken van agressie blijken niet te liggen bij de honden die er het meest “stoer” uitzien, maar juist bij rassen die een stuk minder verdacht zijn. En dat levert verrassende feiten op die voor veel hondeneigenaren een eye-opener zullen zijn.
Het onderzoek: een breed beeld van hondengedrag
Voor de studie analyseerden onderzoekers het gedrag van duizenden honden van uiteenlopende rassen. Daarbij letten ze op twee vormen van agressie: gedrag gericht tegen onbekende mensen en gedrag gericht tegen andere honden. Wat opvalt, is dat de meeste gespierde rassen — vaak onterecht in het verdomhoekje geplaatst — helemaal niet in de top staan. In plaats daarvan blijken juist enkele kleinere of gevoelige rassen veel vaker agressieve signalen te tonen.
Het onderzoek laat vooral zien dat agressie niet simpelweg door het ras wordt bepaald. Het is het resultaat van een complexe wisselwerking tussen karakter, opvoeding, prikkels uit de omgeving en hoe goed de hond leert omgaan met spanning.
De grootste verrassing: de Rough Collie bovenaan
De grootste schok voor veel hondeneigenaren: de Rough Collie – bekend van de legendarische televisiehond Lassie – scoort opvallend hoog als het gaat om agressief gedrag. Dat is verrassend, want Collies staan bekend als zachtaardige familiehonden die goed overweg kunnen met kinderen.
Wetenschappers denken dat hun gevoeligheid een belangrijke rol speelt. Collies zijn intelligente honden die prikkels sterk binnenkrijgen. Geluiden, drukte of onbekende situaties kunnen hen sneller onzeker maken. En een onzekere hond reageert vaak uit zelfbescherming: eerst grommen, dan eventueel happen.
Dat gedrag is voor veel mensen onverwacht, maar komt zelden voort uit werkelijke agressiviteit. Het is eerder een noodsignaal. Een Collie die goed gesocialiseerd is en in een rustige, stabiele omgeving leeft, zal dat soort gedrag bijna nooit laten zien.

Kleine honden, grote mond
Naast de Rough Collie scoren ook de Dwergpoedel en de Dwergschnauzer hoog. Veel mensen onderschatten kleine honden, waardoor hun gedrag soms minder serieus wordt genomen. Een klein hondje dat uithaalt wordt eerder “schattig dramatisch” genoemd dan “agressief”.
Maar dat is precies het probleem: kleine honden hebben dezelfde emoties en onzekerheden als grote honden, en kunnen die net zo fel tonen. Omdat ze zelf fysiek kwetsbaarder zijn, reageren ze sneller vanuit angst. Blafgedrag, uithalen of bijten kan hun manier zijn om te zeggen: “Blijf uit mijn buurt, ik voel me bedreigd.”
Wanneer dit gedrag niet gecorrigeerd of begeleid wordt, kan het bij volwassen honden verergeren. Socialisatie, training en consequente grenzen zijn dus ook — en misschien juist — voor kleine honden essentieel.
De Duitse Herder: alert, beschermend en soms té waaks
Een andere opvallende naam op de lijst is de Duitse Herder, een ras dat bekendstaat om zijn loyaliteit en intelligentie. Ze worden veel ingezet voor politie- en bewakingswerk, en dat doen ze niet voor niets: ze zijn gefocust, waakzaam en willen hun eigenaar beschermen.
Toch kent dat ook een keerzijde. Een Duitse Herder zonder goede begeleiding kan overmatig beschermend worden. Ze pikken veranderingen in de omgeving snel op en kunnen te fel reageren als ze denken dat hun gezin gevaar loopt.
Maar net als bij de andere rassen is ook hier opvoeding doorslaggevend. Een goed getrainde Duitse Herder, die voldoende beweging en mentale uitdaging krijgt, groeit meestal uit tot een stabiele, sociaal sterke hond. Problemen ontstaan vooral wanneer deze energieke honden zich vervelen of onvoldoende sturing krijgen.
Agressie is geen aangeboren eigenschap
Wat dit onderzoek vooral duidelijk maakt, is dat agressie niet simpelweg in het DNA van een ras gebakken zit. Geen enkele hond wordt geboren als “gevaarlijk dier”. Agressie ontstaat altijd door een combinatie van:
karakter
opvoeding
socialisatie
ervaringen
angst of onzekerheid
de omgang van de eigenaar met de hond
Zo zal een hond die streng, onvoorspelbaar of zelfs wreed wordt behandeld, sneller onzeker gedrag ontwikkelen — wat kan leiden tot agressie. Een hond die met geduld, positieve training en duidelijke regels wordt opgevoed, vertoont juist minder probleemgedrag.
Daarom kan een Golden Retriever, die bekendstaat als familievriend, even goed bijten als hij slecht wordt behandeld. En een Pitbull kan de liefste knuffelbeer zijn met de juiste baas.

Wat betekent dit voor (toekomstige) hondeneigenaren?
De belangrijkste les: kijk verder dan het ras alleen. Elke hond heeft een eigen persoonlijkheid en behoeften.
Wie een hond overweegt, doet er goed aan zich af te vragen:
Past het energieniveau van dit ras bij mijn levensstijl?
Heeft de hond veel mentale uitdaging nodig?
Kan ik voldoende tijd vrijmaken voor socialisatie?
Hoe reageer ik zelf op stress of drukte, en wat betekent dat voor de hond?
Daarnaast is socialisatie vanaf jonge leeftijd cruciaal. Door pups al vroeg kennis te laten maken met verschillende geluiden, plekken, mensen en dieren, verklein je de kans dat ze angstig of agressief worden als volwassen hond.
Ook het thuisleven speelt mee. Sommige honden gedijen goed in een druk gezin, anderen floreren in een rustig huishouden. Een verkeerde match kan stress opleveren, wat uiteindelijk tot probleemgedrag kan leiden.
Hulp zoeken is geen teken van falen
Veel mensen wachten te lang wanneer hun hond ongewenst gedrag vertoont. Een hond die gromt, bijt of overmatig blaft, probeert meestal iets duidelijk te maken. Dat negeren of bestraffen helpt zelden.
Een gedragstherapeut of hondentrainer kan helpen inzicht te geven in waar het gedrag vandaan komt. Dat voorkomt dat kleine problemen uitgroeien tot grote incidenten.
De kern van het verhaal
Dit onderzoek laat zien dat agressie in honden niet zwart-wit is. Het zit niet in één bepaald ras, maar is het resultaat van emoties, omgeving en opvoeding. Zelfs de meest vriendelijke honden kunnen fel reageren als ze bang zijn. En de rassen met het hardste imago kunnen de zachtste familiehonden blijken te zijn.
Uiteindelijk draait het om begrip. Honden communiceren voortdurend, maar niet in woorden. Wie leert luisteren naar lichaamstaal, naar signalen van stress of onzekerheid, kan veel problemen voorkomen. Met liefde, geduld en kennis groeit bijna elke hond uit tot een betrouwbare en stabiele metgezel.









