Veel Nederlanders zien hun financiële situatie langzaam verbeteren. Uit nieuwe cijfers blijkt dat er opnieuw een stijgende lijn zit in de opbouw van spaargeld. Tegelijkertijd maakt bijna de helft van de bevolking zich nog steeds zorgen over financiële tegenvallers, onverwachte uitgaven en de vraag of hun buffer wel groot genoeg is. Dat contrast is duidelijk zichtbaar in recente gegevens uit een grootschalig onderzoek van ING onder meer dan duizend Nederlanders.

Hoewel de doorsnee Nederlander inmiddels bewuster lijkt om te gaan met geld, kampt nog altijd een belangrijke groep met een minimale reserve. Vooral jongeren geven aan dat sparen tegenwoordig veel moeilijker is dan in de tijd van hun ouders. Gestegen vaste lasten, hogere huren, dure boodschappen en onzekerheid op de arbeidsmarkt zorgen ervoor dat veel mensen moeite hebben om maandelijks geld opzij te zetten.
Hoeveel spaargeld Nederlanders écht hebben
Uit het ING-onderzoek blijkt dat een aanzienlijk deel van de bevolking inmiddels een stevigere buffer heeft opgebouwd. Waar in voorgaande jaren nog een minderheid dit kon zeggen, zit inmiddels een duidelijke meerderheid boven een belangrijke spaardrempel. De vooruitgang van de afgelopen twee jaar laat zien dat Nederlanders structureel meer zijn gaan sparen—soms gedwongen door economische onzekerheid, soms uit nieuw aangeleerde financiële discipline.
Die groei is vooral te verklaren doordat mensen vaker een vast bedrag per maand sparen. Meer dan de helft legt maandelijks meer dan 200 euro weg. En bijna één op de vijf Nederlanders zet meer dan 500 euro per maand apart. Dat structurele sparen maakt dat de nationale spaarbuffer sneller groeit dan voorheen.
Ook opvallend: het aandeel Nederlanders met een zeer grote buffer, van meer dan 10.000 euro, is in twee jaar tijd gestegen van 25 naar 34 procent. Dat is een flinke groei van 9 procentpunt, en laat zien dat vooral midden- en hogere inkomensgroepen steeds beter voorbereid zijn op financiële tegenvallers.
Sparen zit in de opvoeding
Volgens ING is het spaargedrag diep ingebakken in de Nederlandse cultuur. Veel mensen hebben sparen van huis uit meegekregen. Dat blijkt ook uit het feit dat driekwart van de ouders probeert de spaarmentaliteit door te geven aan hun kinderen. Dat doen ze door openlijk over geld te praten, te laten zien hoe financiële keuzes werken en door bijbaantjes te stimuleren.
Geld leren verdienen — en vooral leren bewaren — wordt dus nog altijd gezien als een belangrijke vaardigheid voor de toekomst.
Het Nibud geeft daarbij duidelijke richtlijnen:
Minimaal 10% van het netto-inkomen zou maandelijks naar de spaarrekening moeten.
Wie dat volhoudt, bouwt niet alleen sneller spaargeld op, maar voorkomt vooral dat onverwachte kosten tot financiële stress leiden.
Het advies voor een gezonde buffer ligt rond:
€ 9.000 voor alleenstaanden
€ 12.400 voor gezinnen met twee kinderen
Dat is genoeg om kapotte apparaten, autoreparaties of andere grote uitgaven op te vangen zonder direct in de problemen te komen.
Hoeveel geld staat er in totaal op Nederlandse spaarrekeningen?
Dat is indrukwekkend. In augustus 2024 stond er ruim 517 miljard euro aan spaartegoeden op Nederlandse rekeningen. Een jaar eerder was dat nog 478,7 miljard euro. Binnen één jaar is er dus bijna 40 miljard euro bijgekomen.
Het laat zien dat Nederland als geheel steeds meer financiële reserves opbouwt, ondanks inflatie en hoge kosten.

Maar er is ook een andere kant: minder dan 500 euro achter de hand
Niet iedereen kan makkelijk sparen. Hoewel de groep met een minieme buffer kleiner is geworden, gaat het nog altijd om 18 procent van de Nederlanders. Dat betekent dat bijna één op de vijf volwassenen minder dan 500 euro op de spaarrekening heeft staan — een bedrag dat nauwelijks bescherming biedt tegen onverwachte kosten.
Jongeren worden daarbij het hardst getroffen. Voor hen voelt het alsof sparen tegenwoordig bijna onmogelijk is. De woningmarkt is onbetaalbaar geworden, boodschappen zijn duurder dan ooit en zelfs vaste lasten zoals zorgpremies en energieprijzen blijven stijgen.
Daarbij spelen ook onzekerheid over werkuren, flexcontracten en studieschulden een rol.
Meer zorgen dan ooit over financiële zekerheid
Ondanks de hogere spaartegoeden ervaren veel Nederlanders tóch financiële stress.
Volgens ING maakt 52 procent van de bevolking zich zorgen over hun buffer.
De zorgen gaan vooral over:
onverwachte kosten
economische onzekerheid
stijgende prijzen
mogelijke recessie
Zelfs mensen met een hogere buffer twijfelen soms of het genoeg is — zeker met de recente inflatiegolven en stijgende lasten. Mensen denken vaker na over de vraag hoe ze hun geld het best kunnen beschermen. Daardoor zoeken ze vaker naar manieren om slimme financiële keuzes te maken, zoals hypotheek oversluiten, autoverzekering vergelijken of vooraf een lening berekenen voor geplande uitgaven.
Automatisch sparen werkt beter
ING ziet dat veel mensen nog steeds handmatig geld overmaken naar hun spaarrekening. Vier op de tien spaarders gebruiken geen automatische incasso of automatische spaarfunctie. Volgens de bank is dat een gemiste kans, omdat mensen met automatische spaarregels gemiddeld veel sneller een buffer opbouwen.
Ook biedt de bank tegenwoordig een ‘spaarslot’ aan — een tijdelijke blokkade die voorkomt dat mensen impulsief geld opnemen. Dat helpt om verleidingen te weerstaan en beter te plannen.

Meer Nederlanders stappen in beleggen
Beleggen wint snel aan populariteit.
In 2023 belegde 22 procent van de Nederlanders, inmiddels is dat gestegen naar 31 procent.
Vooral:
jongeren,
mannen
en mensen met hogere inkomens
weten de weg naar de beurs en cryptomarkt steeds beter te vinden. Veel mensen zien beleggen als een manier om hun spaargeld meer te laten renderen, omdat de spaarrentes nog steeds beperkter zijn dan in vroegere jaren.
Eerder onderzoek van RaboResearch bevestigt deze trend: steeds meer Nederlanders durven de stap te zetten naar het opbouwen van vermogen via aandelen, ETF’s of digitale valuta.
Nederland lijkt financieel vooruit te gaan, maar de verschillen worden groter.
De één bouwt probleemloos een buffer op en ziet zijn spaarrekening groeien, terwijl de ander nog steeds geen 500 euro achter de hand heeft.
De stijgende nationale spaarcijfers zijn positief, maar de blijvende zorgen onder de bevolking laten zien dat financiële onzekerheid diepgeworteld blijft. Slimme keuzes — zoals automatisch sparen, financiële producten vergelijken en bewust omgaan met uitgaven — kunnen het verschil maken tussen stress en stabiliteit.










