We zijn er in Nederland aan gewend geraakt om bijna alles digitaal te betalen. Even je pinpas tegen het apparaat, betalen met je telefoon of zelfs met je smartwatch: het gaat snel, makkelijk en voelt vanzelfsprekend. Contant geld lijkt voor veel mensen iets uit het verleden. Toch klinkt er de laatste tijd een duidelijk advies vanuit banken en consumentenorganisaties: zorg dat je ook wat cash geld in huis hebt. Niet omdat er direct gevaar dreigt, maar omdat voorbereid zijn altijd beter is dan achteraf spijt hebben.

De oproep komt onder andere van De Nederlandsche Bank (DNB), het Nibud en de Consumentenbond. Zij adviseren om per volwassene ongeveer 70 euro contant geld achter de hand te houden. Voor kinderen geldt een bedrag van zo’n 30 euro. Voor een gemiddeld gezin met twee volwassenen en twee kinderen betekent dit dat er ongeveer 200 euro in huis zou moeten zijn.
Wat is het advies precies?
Dit geld is bedoeld voor de eerste drie dagen van een noodsituatie. Denk aan een situatie waarin je niet kunt pinnen of online betalen, bijvoorbeeld door een stroomstoring, een cyberaanval of problemen met het internet. Met dat bedrag zou je in staat moeten zijn om basisuitgaven te doen, zoals boodschappen, medicijnen, vervoer of andere noodzakelijke aankopen.
Van twee naar drie dagen zelfredzaamheid
Het idee achter dit advies komt voort uit Europese richtlijnen over noodvoorbereiding. Waar eerder werd uitgegaan van twee dagen zelfredzaamheid, is dat inmiddels verhoogd naar drie dagen. De reden hiervoor is dat onze samenleving steeds afhankelijker is geworden van digitale systemen. Als die systemen uitvallen, kan dat grote gevolgen hebben.
Cyberaanvallen komen vaker voor, het stroomnet raakt soms overbelast en ook extreme weersomstandigheden kunnen storingen veroorzaken. In zulke situaties kan het gebeuren dat pinautomaten en betaalterminals tijdelijk niet werken. Dan is contant geld ineens geen luxe, maar een noodzaak.
Geen reden voor paniek
De organisaties die dit advies geven, benadrukken dat mensen vooral niet in paniek moeten raken. Het is niet de bedoeling dat iedereen nu massaal naar de pinautomaat rent om geld op te nemen. Dat zou juist problemen kunnen veroorzaken, omdat pinautomaten leeg kunnen raken of banken extra druk ervaren.
Het advies is om het bedrag rustig op te bouwen. Bijvoorbeeld door af en toe wat muntgeld apart te leggen, of eens een briefje van 10 of 20 euro thuis te bewaren. Op die manier merk je het nauwelijks in je dagelijkse uitgaven, maar ben je wel beter voorbereid.
DNB-directeur Olaf Sleijpen zegt hierover dat het vooral gaat om bewustwording. Mensen moeten beseffen dat digitale betalingen niet altijd vanzelfsprekend zijn. Volgens hem is het verstandiger om nu rustig maatregelen te nemen, dan straks in paniek te raken als er echt iets misgaat. Hij wijst daarbij op eerdere voorbeelden, zoals grote stroomstoringen in andere Europese landen, waar mensen dagenlang zonder internet of elektriciteit zaten.

Kleine biljetten zijn handiger dan grote
Wie contant geld in huis bewaart, kan dat het beste doen in kleinere coupures. Een briefje van 100 euro lijkt misschien handig, maar in de praktijk levert het vooral problemen op. Als je in een noodsituatie alleen dat biljet hebt en je wilt een paar boodschappen betalen, is de kans groot dat een winkelier geen wisselgeld heeft.
Daarom adviseren experts om vooral briefjes van 5, 10 en 20 euro te bewaren, aangevuld met wat muntgeld. Dat maakt het makkelijker om kleine bedragen te betalen. Ook voor winkeliers is dit belangrijk: zij krijgen het advies om zelf voldoende wisselgeld in huis te hebben, zodat ze klanten kunnen blijven helpen als het betalingssysteem uitvalt.
Sommige winkels bereiden zich zelfs voor door alternatieve betaalmethoden klaar te hebben, zoals QR-codes, die gebruikt kunnen worden zodra het internet weer gedeeltelijk werkt.
Waarom komt dit advies juist nu?
De wereld is de afgelopen jaren onrustiger geworden. Er zijn spanningen tussen landen, zoals met Rusland, en cyberaanvallen op overheden en bedrijven komen steeds vaker voor. Ook in Nederland zijn er zorgen over de kwetsbaarheid van vitale infrastructuur, zoals het elektriciteitsnet en communicatiesystemen.
Daarnaast zorgt de energietransitie voor extra druk op het stroomnet, wat de kans op storingen vergroot. Al deze factoren samen maken dat de kans op tijdelijke uitval van digitale systemen groter is dan vroeger.
Zelfs vanuit de politiek klinken waarschuwingen. Defensieminister Ruben Brekelmans gaf aan dat Nederland zich moet voorbereiden op verschillende crisisscenario’s, waaronder situaties waarin basisvoorzieningen niet vanzelfsprekend zijn. Banken zeggen weliswaar dat hun systemen goed beveiligd zijn, maar erkennen tegelijkertijd dat geen enkel systeem volledig waterdicht is.
Kijk naar je eigen situatie
Het bedrag van 70 euro per volwassene en 30 euro per kind is een richtlijn, geen vaste regel. Iedereen heeft een andere leefstijl en andere uitgaven. Wie bijvoorbeeld afhankelijk is van medicijnen, een huisdier heeft of regelmatig benzine moet kopen, kan meer contant geld nodig hebben.
Het Nibud adviseert daarom om goed na te denken over je eigen situatie. Welke uitgaven zijn onmisbaar in de eerste dagen van een noodsituatie? En hoeveel geld heb je daarvoor nodig? Voor grotere gezinnen geldt vaak dat de kosten per persoon iets lager liggen, omdat je in grotere hoeveelheden boodschappen doet en daardoor goedkoper uit bent.

Is contant geld thuis wel veilig?
Een veelgehoorde zorg is dat geld in huis risico’s met zich meebrengt, zoals diefstal of brand. In de meeste gevallen valt contant geld onder de inboedelverzekering. Dat betekent dat je bij verlies door bijvoorbeeld inbraak een vergoeding kunt krijgen.
Wel is het belangrijk om te weten dat er meestal een maximum geldt. Volgens vergelijkingssite Independer ligt dat bedrag vaak rond de 1000 euro. Bewaar je meer dan dat in huis, dan krijg je bij schade niet alles terug. Het advies luidt daarom: bewaar genoeg om voorbereid te zijn, maar ook weer niet zoveel dat het onnodig risico oplevert.
Nederland en de liefde voor pinnen
Nederlanders staan bekend als echte pinliefhebbers. In vergelijking met andere Europese landen betalen wij uitzonderlijk vaak digitaal. In veel landen wordt nog ongeveer de helft van alle betalingen contant gedaan. In Nederland is dat nog maar ongeveer één op de vijf betalingen.
Dat is efficiënt en modern, zolang alles werkt. Maar die sterke afhankelijkheid maakt ons ook kwetsbaar. Als het systeem uitvalt, merken we dat meteen. Juist daarom is het advies om weer een klein beetje te vertrouwen op contant geld. Niet als vervanging van digitale betalingen, maar als aanvulling.

Voorbereid zijn geeft rust
Het hebben van wat contant geld in huis is uiteindelijk geen teken van angst, maar van gezond verstand. Het geeft rust om te weten dat je ook in een noodsituatie de eerste dagen kunt overbruggen. Je hoeft niet in paniek naar de supermarkt of apotheek, en je bent minder afhankelijk van systemen waar je zelf geen controle over hebt.
In een wereld die steeds digitaler en complexer wordt, kan iets simpels als een paar briefjes in de la ineens een groot verschil maken.









