Goed nieuws voor miljoenen werkenden in Nederland: rond de komende jaarwisseling krijgen veel mensen een eenmalige verhoging van hun pensioenpotje. Het gaat om extra geld dat automatisch aan het pensioen wordt toegevoegd en bedoeld is als compensatie voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Vooral veertigers en vijftigers kunnen hier flink van profiteren. Tegelijkertijd klinkt er een duidelijke waarschuwing: wie minder gaat werken of van baan wisselt rond het overstapmoment, kan deze extra pensioeninleg deels of zelfs helemaal mislopen.

De komende jaren verandert het Nederlandse pensioenstelsel ingrijpend. Uiterlijk op 1 januari 2028 moeten alle pensioenfondsen zijn overgestapt naar het nieuwe systeem. Sommige fondsen doen dat al bij de aankomende jaarwisseling, waardoor voor miljoenen mensen de gevolgen sneller zichtbaar worden dan velen nu beseffen. Voor een grote groep werknemers betekent dit niet alleen een andere manier van pensioen opbouwen, maar ook een eenmalige financiële meevaller voor later.
Waarom komt er extra geld bij je pensioen?
Het nieuwe pensioenstelsel draait om individuele pensioenpotjes. In het oude systeem betaalden jongere werknemers indirect mee aan de pensioenen van oudere collega’s. Dat collectieve solidariteitsprincipe verdwijnt grotendeels. In het nieuwe stelsel bouwt iedereen meer pensioen op voor zichzelf, met een persoonlijk vermogen dat meebeweegt met de financiële markten.
Voor jongeren pakt dat doorgaans gunstig uit, omdat zij nog tientallen jaren hebben om rendement op te bouwen. Voor mensen die al langer werken, vooral in de tweede helft van hun loopbaan, ligt dat anders. Zij hebben jarenlang premie betaald in het oude systeem, maar profiteren straks niet meer van de instroom van jongere deelnemers. Daardoor zouden zij er bij de overstap structureel op achteruitgaan.
Om dat nadeel te beperken, hebben pensioenfondsen afgesproken om een deel van hun vermogen te gebruiken voor een eenmalige compensatie. Dat extra geld wordt toegevoegd aan het persoonlijke pensioenpotje op het moment dat het fonds overstapt naar het nieuwe stelsel.
Wie komt in aanmerking voor compensatie?
Niet iedereen krijgt automatisch extra pensioen. Jongere deelnemers merken relatief weinig nadelige effecten van de stelselwijziging en ontvangen daarom meestal geen compensatie. De regeling is vooral bedoeld voor mensen die grofweg tussen de 40 en 60 jaar oud zijn op het moment van overstappen. De exacte leeftijdsgrenzen verschillen per pensioenfonds.
Zo hanteert het zorgpensioenfonds PFZW andere criteria dan het metaalfonds PME of ambtenarenfonds ABP. Elk fonds maakt eigen berekeningen op basis van de leeftijdsopbouw van de deelnemers, de financiële positie en de verwachte effecten van het nieuwe stelsel. Een belangrijke voorwaarde is wel dat je op het moment van overstappen actief pensioen opbouwt bij het fonds. Wie al met pensioen is, valt buiten de compensatieregeling.

Hoe werkt die eenmalige verhoging?
Op het moment dat een pensioenfonds overstapt, wordt het totale vermogen van het fonds verdeeld over individuele pensioenpotjes. Dat is een technisch en complex proces, waarbij wordt gekeken naar leeftijd, salaris, opgebouwde rechten en resterende looptijd tot pensioen.
Bij die verdeling krijgen veel deelnemers een extra bedrag mee. Dat geld wordt niet uitgekeerd en komt ook niet vrij beschikbaar. Het wordt rechtstreeks toegevoegd aan het pensioenvermogen en blijft daar tot aan de pensioendatum. Deelnemers merken er dus pas later iets van, in de vorm van een hoger maandbedrag na pensionering.
Sommige fondsen maken de overstap al bij de komende jaarwisseling. In totaal worden rond dat moment naar verwachting zo’n 9,5 miljoen pensioenen omgezet naar het nieuwe systeem. Voor een groot deel van deze groep geldt dat de compensatie meteen zichtbaar wordt in het persoonlijke pensioenoverzicht.
Hoe hoog kan de compensatie zijn?
De hoogte van het extra pensioenbedrag verschilt sterk per persoon. Leeftijd speelt daarbij de grootste rol. Wie rond de 50 jaar is, loopt relatief het meeste nadeel door de stelselwijziging en krijgt daarom vaak de hoogste compensatie. Voor jongere deelnemers is het bedrag lager of zelfs nul.
Ook het salaris telt mee. Wie een hoger inkomen heeft en dus meer pensioen opbouwt, ontvangt doorgaans een hogere compensatie. Daarnaast kijkt het fonds naar het aantal jaren dat iemand naar verwachting nog pensioen blijft opbouwen. Wie nog lang doorwerkt, heeft meer tijd om het nieuwe systeem “in te halen” en krijgt daarom minder extra mee.
Een andere cruciale factor is de financiële gezondheid van het pensioenfonds. Fondsen met een hoge dekkingsgraad en voldoende buffers kunnen het nadeel vaak volledig compenseren. Fondsen die er minder goed voor staan, moeten voorzichtiger zijn en kunnen lagere bedragen toekennen.
Voorbeeldberekeningen laten zien dat iemand met een bruto jaarsalaris van 60.000 euro rond de leeftijd van 52 jaar bij sommige fondsen kan uitkomen op een eenmalige compensatie van ongeveer 18.000 euro. Dat bedrag gaat volledig het pensioenpotje in en kan, afhankelijk van rendement en levensverwachting, tientallen euro’s extra pensioen per maand opleveren.
Wanneer weet je hoeveel je krijgt?
De exacte bedragen worden pas definitief vastgesteld op het moment dat het fonds daadwerkelijk overstapt. Dat betekent dat veel deelnemers nog even in onzekerheid zitten. Wel communiceren pensioenfondsen steeds vaker voorlopige schattingen en scenario’s, zodat mensen een idee krijgen van wat ze kunnen verwachten.
Belangrijk om te weten is dat de compensatie niet gegarandeerd is. Als de financiële situatie van een fonds verslechtert, bijvoorbeeld door tegenvallende beursresultaten, kan het uiteindelijke bedrag lager uitvallen dan eerder werd ingeschat.

Wat als je pensioenfonds later overstapt?
Niet alle fondsen maken tegelijk de overstap. Sommige wachten tot 2027 of zelfs 2028. Ook deelnemers bij deze fondsen kunnen recht hebben op compensatie, mits de financiële situatie dat toelaat. Pensioenfondsen zijn verplicht om eerst te zorgen dat huidige gepensioneerden er niet op achteruitgaan. Pas daarna komt de compensatie voor werkenden in beeld.
Dat betekent wel dat wie bij een fonds zit dat later overstapt, langer moet wachten op duidelijkheid. Bovendien kan de hoogte van de compensatie tegen die tijd anders zijn, afhankelijk van de marktomstandigheden en beleidskeuzes van het fonds.
Groot risico bij minder werken of baanwissel
Er zit een belangrijke adder onder het gras. De compensatie wordt vaak berekend op basis van het salaris en de pensioengrondslag vlak vóór de overstap. Wie in die periode minder gaat werken, bijvoorbeeld door deeltijd te gaan werken of met een sabbatical te gaan, kan daardoor een lager compensatiebedrag krijgen.
Ook een baanwissel kan grote gevolgen hebben. Stap je over naar een werkgever met een pensioenfonds dat al in het nieuwe stelsel zit, terwijl je oude fonds nog niet is overgestapt, dan loop je mogelijk de compensatie helemaal mis. Dat kan schelen duizenden euro’s in je uiteindelijke pensioenpot.
Kans én waarschuwing
Voor miljoenen Nederlanders is de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel spannend, maar voor een grote groep ook financieel gunstig. De eenmalige compensatie kan later een merkbaar verschil maken in het pensioeninkomen. Tegelijkertijd vraagt deze periode om extra alertheid. Beslissingen over minder werken, verlof opnemen of van baan wisselen kunnen onverwachte gevolgen hebben voor je pensioen.
Wie tot de doelgroep behoort, doet er verstandig aan om de communicatie van het eigen pensioenfonds goed te volgen en belangrijke keuzes niet zomaar te maken. De komende jaarwisseling kan voor velen het begin zijn van een hoger pensioen – maar alleen als je op het juiste moment op de juiste plek zit.










