Sta jij ook regelmatig met een dunschiller in je hand, terwijl je twijfelt of dat eigenlijk wel nodig is? Veel mensen schillen hun groenten en fruit uit gewoonte, omdat ze denken dat het gezonder of schoner is. Toch blijkt dat we daarmee vaak juist de meest waardevolle delen van ons eten weggooien. De schil zit namelijk vol vezels, vitaminen en antioxidanten die bijdragen aan een goede gezondheid. Tijd dus om dat schilmesje wat vaker te laten liggen.

In de buitenste laag van groenten en fruit bevinden zich vaak de hoogste concentraties voedingsstoffen. Denk aan vitamine C, polyfenolen en andere stoffen die ons lichaam helpen om beter te functioneren. Wanneer je groente of fruit schilt, verdwijnt juist dat laagje dat zoveel goeds bevat. Natuurlijk is het belangrijk om alles goed te wassen voor gebruik. Spoel de producten onder stromend water af en wrijf eventueel met een borsteltje om resten van vuil of bestrijdingsmiddelen te verwijderen. Zo kun je zonder zorgen genieten van alles wat de natuur te bieden heeft.
Er zijn verschillende groenten die je met een gerust hart mét schil kunt eten. Neem bijvoorbeeld komkommer. Veel mensen schillen hem vanwege de licht bittere smaak, maar precies die smaak komt van antioxidanten die goed zijn voor je lichaam. Bovendien bevat de schil veel vezels en chlorofyl, wat helpt bij de spijsvertering en zorgt voor een frisse kleur op je bord. Ook de courgette hoef je niet te schillen. De schil is dun, zacht en rijk aan vitamine A en C. Als je courgette bakt, grilt of kookt, blijft de schil gewoon lekker mals en draagt ze bij aan de stevigheid van het gerecht.

Wortels zijn nog zo’n voorbeeld. De oranje buitenkant zit vol bètacaroteen, een antioxidant die goed is voor je huid en ogen. Zolang je ze goed wast, kun je ze prima met schil eten, zeker als ze biologisch zijn. En wat dacht je van (zoete) aardappels? De schil bevat veel vezels en kalium en wordt heerlijk krokant in de oven of airfryer. Laat de schil dus gerust zitten als je aardappelfrietjes of gepofte aardappels maakt.
Zelfs bij pompoen kun je de schil vaak gewoon laten zitten. Vooral bij de hokkaido-variant is de schil dun genoeg om mee te koken. Wanneer je de pompoen verwerkt in een soep of saus, kookt de schil zacht en proef je er nauwelijks iets van. Zo hoef je minder te snijden, minder te schillen en krijg je tegelijkertijd meer voedingswaarde binnen.
Door je groenten minder te schillen, bespaar je niet alleen tijd, maar ook voedselverspilling. Bovendien scheelt het een hoop rommel op het aanrecht. En eerlijk is eerlijk: het is fijn om te weten dat iets wat zo simpel is als het laten zitten van een schil, ook nog eens beter is voor je gezondheid én voor het milieu.

Dus de volgende keer dat je een komkommer, wortel of aardappel in handen hebt, denk dan nog eens goed na voordat je het mes pakt. Soms is het slimste wat je kunt doen, juist niets doen. Laat die schil lekker zitten, geniet van de volle smaak en geef je lichaam de voedingsstoffen die het verdient.










