Weet je het nog? Dat kartonnen mapje met glimmende euromunten dat je eind 2001 gratis kon ophalen? Vlak voor de invoering van de euro kreeg bijna iedereen in Nederland zo’n pakketje. Het was bedoeld om alvast te wennen aan het nieuwe geld dat vanaf 1 januari 2002 officieel in omloop kwam. De set werd al snel bekend als de ‘Zalmkit’, genoemd naar toenmalig minister van Financiën Gerrit Zalm. In het mapje zaten alle Nederlandse euromunten — van 1 cent tot 2 euro — samen goed voor een waarde van €3,88. Veel mensen bewaarden hun exemplaar zorgvuldig, in de hoop dat het ooit veel waard zou worden. Maar helaas: rijk word je er niet van.

Hoe kreeg je destijds een eurokit?
In december 2001 ontving iedereen van zes jaar en ouder een waardebon waarmee je de starterset kon ophalen. Dat kon bij talloze plekken in het land: postkantoren, banken en zelfs winkels als de HEMA. In totaal werden er bijna 15 miljoen vouchers uitgegeven — een gigantische oplage dus. De kit zelf bestond uit acht munten, één van elke soort, netjes bevestigd met een klein beetje lijm. De waarde bedroeg 8,55 gulden, omgerekend €3,88. Voor veel mensen was het een spannend en symbolisch moment: het begin van een nieuw tijdperk in de portemonnee.
Wat is een eurokit in 2025 waard?
Wie zijn eurokit nog altijd dichtgeseald in de kast heeft liggen, zal misschien hopen op een kleine schat. Maar de werkelijkheid is minder rooskleurig. Op Marktplaats gaan ze meestal weg voor tussen de €20 en €30, en zelfs op Bol.com staat er eentje te koop voor €19,95. Dat is natuurlijk meer dan de oorspronkelijke waarde, maar zeker geen fortuin. De kits zijn dus eerder een leuk verzamelobject dan een waardevolle belegging.

Waarom zijn ze niet meer waard?
De reden is eenvoudig: er zijn er te veel van. Met bijna 15 miljoen uitgegeven sets is de eurokit allesbehalve zeldzaam. En bij verzamelobjecten bepaalt schaarste de waarde. Muntenhandelaren bevestigen dat vooral zeldzame euromunten, bijvoorbeeld uit kleine landen zoals Malta of San Marino, wél interessant kunnen zijn. De Zalmkit hoort daar simpelweg niet bij.
En hoe zit het met oude guldens?
Hoewel je gewone guldenmunten niet meer kunt omwisselen bij De Nederlandsche Bank, hebben zilveren exemplaren vaak nog een metaalwaarde. Zo krijg je voor een zilveren gulden ongeveer €5 en voor een rijksdaalder zo’n €11. De waarde schommelt, dus het loont om prijzen te vergelijken bij verschillende opkopers.
Papieren guldenbiljetten kun je nog steeds inwisselen tegen de vaste koers: 1 euro is 2,20371 gulden. Een oud briefje van 25 gulden levert dus iets meer dan €11 op — zonder extra verzamelwaarde.

Bewaren of verkopen?
Dat hangt af van wat je ermee wilt. Heb je een zwak voor de tijd waarin de euro zijn intrede deed, dan is het leuk om de kit te bewaren als stukje geschiedenis. Maar wie hoopt op een financieel buitenkansje, komt bedrogen uit. Zelfs ongeopend blijft de waarde steken rond een paar tientjes.
Conclusie
De Zalmkit is vooral een nostalgisch aandenken aan een bijzonder moment in onze muntgeschiedenis. Leuk om te bewaren, leuk om over te praten — maar niet om rijk van te worden. Wil je wél waarde halen uit oud geld? Kijk dan eens naar zilveren guldens of speciale euromunten in beperkte oplage. Daar zit vaak meer in dan je denkt.










