n de winter van 2001 gebeurde er iets dat je in deze digitale tijd bijna niet meer kunt voorstellen. Heel Nederland — van basisscholieren tot gepensioneerden — stond in de rij bij banken, postkantoren en zelfs bij de HEMA. Niet voor korting, niet voor een nieuw product, maar voor een simpel kartonnen mapje. Een mapje dat symbool stond voor één van de grootste veranderingen uit onze moderne geschiedenis: de komst van de euro.

Binnenin dat mapje zaten acht glimmende euromunten, stevig vastgeplakt met een druppel lijm. Het zag er indrukwekkend uit, alsof je een stukje toekomst in handen had. De overheid wilde dat Nederlanders alvast konden wennen aan het nieuwe geld, dat op 1 januari 2002 definitief de gulden zou verdringen.
Bijna een kwart eeuw later blijkt echter dat dat mapje — ooit een hype, een verzamelobject, een stukje nationale geschiedenis — vrijwel niks waard is. En veel bezitters van die zogenaamde ‘Zalmkit’ vragen zich nu af: hoe kan dat?
Een gratis kit die heel Nederland wilde hebben
De starterset werd beschikbaar gemaakt voor iedereen van zes jaar en ouder. Met bijna 15 miljoen uitgedeelde kits kun je gerust zeggen dat Nederland massaal in de ban was van het nieuwe geld.
De inhoud was simpel:
8 euromunten
Totaalwaarde: 3,88 euro
Omgerekend ongeveer 8,55 gulden
Het pakketje kreeg al snel een bijnaam: de Zalmkit, vernoemd naar minister van Financiën Gerrit Zalm, het gezicht van de overgang naar de euro.
Veel mensen bewaarden het mapje met zorg. Sommigen legden het in een la bij belangrijke documenten. Anderen stopten het in een plastic hoesje, omdat ze dachten dat het ooit veel geld waard zou worden. Het voelde tenslotte alsof je een collectors item in handen had.
Maar nu blijkt: die hoop was te optimistisch.

Waarom de Zalmkit vandaag vrijwel niets waard is
Wie vandaag op Marktplaats, eBay of Bol.com zoekt naar de starterset, ziet al snel de teleurstellende waarheid: de kits gaan weg voor 20 tot 30 euro. Voor een pakketje dat we massaal bewaarden “omdat het vast meer waard zou worden”, is dat een schamele opbrengst.
Muntenexperts zijn er duidelijk over:
“Er zijn er gewoon veel te veel van.”
Met ruim 15 miljoen kits is er totaal geen schaarste. En waar geen schaarste is, stijgt de waarde simpelweg niet. Zelfs bewaarde kits in perfecte staat, nooit geopend en nog glanzend als in 2001, brengen nauwelijks meer op.
Voor verzamelaars geldt een simpele economische regel:
waarde = zeldzaamheid + vraag.
De vraag is beperkt, en de zeldzaamheid is nul.
Waar wél geld in zit: kleine landen en speciale series
Muntenhandelaren geven een ander advies voor wie toch hoopt op een waardevolle vondst: kijk niet naar Nederland, maar naar de kleinere eurolanden.
Voorbeelden van landen met wél waardevolle munten:
San Marino
Monaco
Vaticaanstad
Luxemburg
Deze landen brengen munten uit in veel kleinere oplages. Sommige speciale edities gaan voor honderden euro’s over de toonbank.
Daarnaast zijn zilveren guldens nog steeds populair. De waarde komt niet alleen van de zeldzaamheid, maar vooral van het zilver zelf.
Huidige metaalprijzen:
Zilveren gulden: rond 5 euro
Zilveren rijksdaalder: 11 tot 12 euro
Dat is flink meer dan de originele waarde.

En hoe zit het met oude guldenbiljetten?
Papieren geld uit de guldenperiode is ook niet opeens waardeloos geworden. De DNB (De Nederlandsche Bank) wisselt ze nog steeds in.
Voorbeelden:
25 gulden = 11,34 euro
100 gulden = 45,38 euro
Alleen bijzondere series of biljetten met drukfouten kunnen meer waard zijn, maar dat zijn uitzonderingen.
Waarom veel mensen hun Zalmkit tóch niet willen verkopen
Hoewel de financiële waarde laag is, blijkt de emotionele waarde verrassend groot.
Voor veel Nederlanders staat de kit symbool voor:
Het einde van de gulden
De opwinding rondom de euro-introductie
De jaarwisseling van 2001 naar 2002
Een uniek historisch moment dat je zelf meemaakte
Het is een tastbare herinnering aan een overgang die maar één keer gebeurt in een land.
Veel mensen zeggen dan ook:
“Ik bewaar ’m gewoon, al levert het niks op.”
En eerlijk is eerlijk: dat is waarschijnlijk ook de beste keuze.
Bewaren of verkopen? De conclusie is simpel
Heb jij nog een Zalmkit in de kast liggen? Dan kun je hem natuurlijk verkopen voor een paar tientjes. Maar verwacht geen jackpot, geen zeldzame vondst en zeker geen verborgen fortuin.
De realiteit is:
De kits zijn massaal verspreid
De waarde stijgt nauwelijks
Er is geen schaarste
De emotionele waarde is groter dan de financiële
Alleen voor wie per se wat extra’s wil verdienen, is verkopen zinvol. Maar voor de meeste mensen is het mapje simpelweg een leuk, nostalgisch stukje geschiedenis.
Kortom:
De Zalmkit is geen goudmijn geworden — maar wel een mooi aandenken aan een bijzondere periode waarin Nederland afscheid nam van de gulden en met nieuwsgierigheid, verwarring en verwachting de euro omarmde.









